Ga er even goed voor zitten!
Blijf op de hoogte en volg Flonna
08 December 2012 | Vietnam, Ho Chi Minhstad
Een rustig stadje met heel veel heerlijke fruitshakes en baguettes (brood is stiekem ook wel weer eens lekker). Nabij Luang Prabang zijn een paar watervallen waarvan we er één hebben aangedaan. Behalve de schitterende waterval bestaande uit verschillende terrassen omringd door bos, was ons vervoersmiddel van die dag nog wel het leukst: een heuse motor! Een lichte 120cc weliswaar, maar toch. Fantastisch was het (vond ook Donna). Totdat... Floris zag een kudde grote waterbuffels die hij op de foto wilde hebben. Na te zijn gestopt, een foto maken niet lukte omdat de buffels niet stil bleven staan, wilden we ons trouwe beessie weer starten, maar nee. Niks. Kickstart, van de berg af rennen en ’m in z’n 2 gooien, niks hielp. Na een eindje verderop de 0,0 engels-sprekende monteur hem volledig uit- en in elkaar te laten hebben gehaald (hij wist niet wat het was) bleek na een telefoongesprek met de verhuurder dat er een rood knopje was ingedrukt, een startbeveiliging ofzo (waarschijnlijk gebeurd bij tijdens het pakken van het fototoestel..). Het ergste van alles was dat Floris toen hij het de monteur zag doen ”O ja!“ riep. ”Dat hadden ze me nog verteld, Don’t touch this red button!“. Na 2 euro te hebben gelapt konden we door naar de waterval.
Enkele dagen vermaakten we ons prima in deze stad met de food market (smullen voor 1 euro) en de night market (handgemaakte prularia). Echter, het was ook weer tijd om door te gaan. Een 3u durende bustocht, slingerend door de bergen, bracht ons bij onze laatste bestemming in Laos: Nong Kiaw, een rustig bergdorpje gelegen aan de oevers van de Nam Ou rivier. Een prachtige bestemming waar we vanaf ons balkon uitkijken op schoolkinderen in nette of uitzonderlijk vieze uniformpjes, die rondwandelen, zwemmen in de rivier of de keurige moestuin van de school bewateren.
Het oorspronkelijke plan was om hier slechts 2 à 3 dagen te verblijven, maar dat zijn er 6 geworden, deels door de mooie/relaxte omgeving maar ook door een obstructie in de vorm van een voedselvergiftiging waardoor de arme Donna 2 volle dagen op bed/de wc moest doorbrengen. De Slowaakse buurman Boris ving wat op van al dit leed en sprak Floris aan op ’t balkon omdat hij wel wat ‘medicine’ had. Floris bedankte vriendelijk, maar de volgende ochtend vonden we alsnog de fles met een bodempje Vodka en een briefje met ´!Medicine! See you, Boris’ voor onze deur.
Een overzicht van verdere bezigheden in dit rustige oord: Floris + 3 NL’ers hebben zich in een Laotiaanse voetbalwedstrijd gemengd op een zand/onkruid veld, gelegen in het dal tussen de hoge bergen (het was een chaos van zo’n 30 door elkaar rennende aziaatjes; het Nederlandse ’totaalvoetbal’ ging er hier niet in). Ook hebben we een paar uur op een band in de rivier gedreven, ook wel ’tubing’ genoemd. Buiten de fantastische uitzichten om voelden we ons ook wel wat sneuïg als we werden ingehaald door een vissersbootje met lachende of verbaasd starende Laotianen. De avond voor vertrek hebben we bij de hosteleigenaar thuis samen met wat andere gasten voetbal gekeken. Het voetbal had niet onze aandacht, maar de inrichting en het Laotiaanse huishouden des te meer (denk aan een schuur-achtige look met af en toe achter een donkere deuropening een voorbij strietsend opaatje in onderbroek). De volgende dag hebben we een bootje gepakt die ons 6 uur rivieropwaarts bracht, een prachtige tocht met een troosteloze bestemming: Muang Kua. Hier wilden we de bus pakken naar Vietnam, maar... eerst de nacht...
We liepen door een donker steegje, op zoek naar een hostel. De schemerende avond leek plots nog donkerder. Geen lachende kinderen meer. Het was stil op straat. Oude vrouwen lachten gemeen hun rotte tanden bloot bij het aanzien van deze 2 schichtige westerlingen. Eenmaal bij het hostel aangekomen troffen we alleen een knorrend biggetje aan. Na een paar keer ’Sabaidee!?’ te hebben geroepen verscheen er een vrouw vanuit een donker hoekje. Gemeen lachend liet ze ons de kamer zien: een piepklein horrorhokje. Het was inmiddels helemaal donker geworden en op zoek naar een anders hostel wilden we niet. En toegegeven, het was dan wel ondenkbaar smerig, maar niet duur! De gniffelende gastvrouw (die vrijwel zeker de dochter van Pol Pot, de Rode Khmer-baas moet zijn) liet ons na het geld te hebben ontvangen alleen. Alleen, of toch niet...? Al wegwaggelend deed ze nog even de deur van kamer nummer 1 open. Razendsnel verscheen er een donkere schim achter de deur. Snel probeerde de vrouw de deur weer dicht te trekken, maar de schim bood weerstand. De gastvrouw was sterker, trok de deur met een klap dicht en liep daarna gniffelend de trap af. Wie of wat hield de Rode Khmer-dochter daar voor ons verborgen?
Na een onrustige en gelukkig korte nacht waren we ook nog zo stom om daar te ontbijten. De 2 volle borden rot fruit verdwenen stiekem over de reling en de busreis naar Vietnam kon beginnen.
Na deze reis en zowaar een vlucht (het minst-misselijkmakende, snelste en meest overlevingszekere vervoer) zetten we voet in de hoofdstad van de Communistische Republiek Vietnam: Ha Noi.
En wij denken dat Bangkok druk was en veel scooters had! We keken onze ogen uit. Toeteren heeft hier totaal zijn betekenis verloren en soms was het zó druk op de weg, dat er nauwelijks plek was om je voeten neer te zetten. Hippe mensen en hoge gebouwen bestaan niet in Laos, maar hier des te meer. De Vietnamezen zijn totaal anders dan de Laotianen. In Laos was iedereen vriendelijk en rustig, vaak zelfs verlegen, terwijl we hier wel snappen waarom die Vietminh’ers van de Amerikanen hebben gewonnen!
Eén van de highlights volgens de boekjes was dé kunstvorm van Hanoi: een fnuikende waterpoppenvoorstelling; wat rondhuppelde poppen op het water in een theatertje. Verder was rondlopen in de stad de grootste attractie, al was de Ha Noi Prison (a.k.a. Ha Noi Hilton) ook boeiend: een door de Fransen opgerichtte gevangnis en daarna gebruikt tijdens de Vietnamoorlog voor Amerikaanse bommenwerper-piloten die uit de lucht waren geschoten.
3 nachten Ha Noi later pakten we de 10 uur durende trein naar Sapa, vlak onder China. We waren trouwens niet meer alleen. Het reisgezelschap had zich uitgebreid met maarliefst 4 NL’ers, waarvan de 2 bekenden Tessa en Thijs (mochten jullie ze nog niet kennen: 2 vrienden van Donna), waarmee de stad Hanoi en de omgeving van Sapa is verkend.
Eenmaal bij het treinstation Lao Cai, zo’n 10 min van de grens met China, moest er een bus gepakt worden naar Sapa. Dit ging niet zonder slag of stoot, maar wel met succes; we mogen spreken van het grootste afding-succes tot nu toe. Opdringerige chauffeurtjes en handlangers probeerden ons voor 500.000 Dong p.p. (20 euro) hun mini-busjes in te duwen. Na enkele malen wegwuiven, weglachen en weglopen, kwamen we met ons geheime wapen: ’Wat en Hoe in het Vietnamees’. Het voordeel van lange trein- en busritten is dat je alle tijd hebt voor zelfstudie. Tegen een vloeiende en kordate ”50“ van Donna waren ze dan ook niet bestand. Na een rit van 2 euro ipv 20, stapten we 1 uur later in het gure Sapa uit. Onze lijven waren duidelijk niet meer aan temperaturen onder de 15 graden gewend: Floris stapte de volgende dag op een motor, gehuld in: 6 shirts, een trui, windjackie en 3 broeken. Om het geheel compleet te maken zat een lekkere grote Xenos-handdoek stevig om de hals geknoopt. Met Donna achterop en achtervolgd door 2 scooters met daarop Thijs, Tessa en kornuiten, werd die dag een prachtige tocht gemaakt door de bergen. Maar... een tocht met een donker randje. In Vietnam kun je beter niet worden geboren als hond (of dier in het algemeen). Meerdere malen zijn we scooters tegengekomen met achterop 3 kooien van ijzerdraad gebonden, helemaal volgepropt met honden. Wel zo’n 10 tot 15 in totaal... Andere gruwelijkheden kwamen we de volgende dag op de markt in Bac Ha tegen, die we wederom op de motor bereikten, ditmaal door de adembenemende terrasgewijze rijstvelden. Maar behalve een afdeling ´afschuwelijk dierenleed’ waren er ook de Hmong vrouwen, allen gestoken in traditionele kledij wat een kleurrijke bedoening was. De schitterende terrasgewijze rijstvelden hebben we de volgende dag nog eens aangedaan, dit keer te voet, alvorens we in de nachttrein naar de volgende hotspot van Vietnam belandden: Halong Bay, waar karstgesteente hoog uit de zee oprijst. Na anderhalve maand lang systematisch alle tour-operators te hebben genegeerd, moesten we er nu echt aan geloven: een tourtje met de boot naar Halong Bay, incl. verplicht kajakken, zwemmen en een grot bezichtigen. Toegegeven, de boottocht over de stille wateren tussen de hoge rotsen en bergen was erg mooi. Het kajakken was een flop en de grot nog meer. De beloofde snorkelplek bood weinig vertier met zicht van minder dan 50 cm, maar boven water deed het zogenaamde ´Monkey-Island’ zijn naam eer aan. Verschillende toeristen werden aangevallen door een toom apen: alles laten vallen wat ze vast hadden en vervolgens de zee in sprinten was hun enige redding. Dit resulteerde in uit zakken chips snaaiende primaten die daarna lurkend aan coca-cola blikjes en bierblikjes hun dorst lesten. (Toen Donna een aap aan iemands rok zag hangen was ze in 2 tellen als eerste in de boot geklauterd om vanaf daar het harst van iedereen te lachen terwijl zich op het strand een waar slagveld plaatsvond waarbij de Homo Sapiens duidelijk het onderspit dolven.)
De volgende dag waren we weer baas over eigen lichaam en hebben we bij een gebrek aan motor, op een scooter het mooie eiland verkend. De 4 reisgenoten hadden ons inmiddels weer verlaten en getweeën zetten we onze reis voort naar het zuiden: Ninh Binh, ook wel Halong Bay op het land genoemd.
Het weer was slecht, de mensen onaardig en wederom hadden ze hier geen motors, alleen scooters. Wat deden we hier!? Na 1 nacht (toch 1 dag op een scooter rondgereden; toegegeven, het was toch best wel mooi hier) hebben we de nachtbus gepakt naar Hoi An.
Juist, de nachtbus. Ook wel Sleeper Bus genoemd. Het klinkt luxe: een bus met bedden ipv stoelen, maar comfort is niet gewaarborgd. Er gaat een geschiedenis aan vooraf, maar in het kort: Wij, onafhankelijke reizigers, wilden met een normale local bus naar Hoi An en niet met een dure tourbus. Waar kun je dit beter regelen dan bij het busstation, zou je zeggen. Maar… toen we naar de balie stapten, sprintte het kereltje van het hotel (tevens een reisbureau) ons voorbij. We hadden hem eerder al gemeld zijn bus te duur te vinden en zelf wel iets te regelen wat volgens hem onmogelijk was. Maargoed, daar bij de balie op het busstation. De vlugge Vietcong’er stond in een tel ineens voor ons iets tegen de baliemedewerkster te zeggen, wijzend naar ons. Vervolgens stapten we naar de balie toe en onderbroken dit gesprek om een busticket naar Hoi An te kopen. Hoewel dit wel op een bord stond was dit niet mogelijk, de bus naar het zuiden zou niet in Hoi An stoppen. Dus wat de gemene communist heeft geregeld met de busstationdame…? Wat we ook probeerden, er ging echt geen bus. Met flink hangende pootjes keerden we terug bij het hotel om 2 slaapbustickets te kopen... Het bedje waar Floris die nacht in bekneld lag, was zowaar lang genoeg maar had slechts 50cm afstand tot het bed erboven, waar Donna naast een halfnaakt knuffelend Vietnamees stelletje geklemd lag. ‘s Ochtends werden we, 4 uur verwijderd van Hoi An, ineens uit de bus gezet en moesten we een uur wachten op een krappe toeristenbus. Van de beloofde rechtstreekse busreis met veel comfort was niet veel meer over, maar Hoi An maakte veel goed! Een luxe hotel met zwembad (€8,- 2 pers) en Hoi An had iets wat een alinea op zich verdient.
In Hoi An vonden wij wat we niet zochten en ook absoluut niet mee wilden sjouwen, maar wat wel erg leuk is: een colbert, jas en laptophoes voor Floris en 2 jurken en een jas voor Donna, alles op maat gemaakt! In deze stad stikt het namelijk van de kleermakers. Ze maken alles op maat voor prijzen die zelfs voor ons backpackers betaalbaar zijn (bijv. €35,- voor een jas, van hoogstaand wol wel te verstaan). Het is goed dat we nog slechts 1,5 week visum hadden in Vietnam aangezien de hebberigheid ons verstand overtrof en een schoenmaakster 2 uur voor vertrek nog met een meetlint om Floris’ voet zat. Maar 2 uur bleek gelukkig toch te weinig om nog schoenen te maken. Het colbertje is wennen, de galajurk (half eigen ontwerp van Donna) zit nog niet 100%, maar de 2 jassen en het andere jurkje... Fiet fiew! Behalve kleren was er ook een zee met flinke golven en helaas geen surfplank. Maar een Donna die als een gehandicapt zeehondje een speelbal van de natuur was, zorgde voor veel vertier (ook voor andere mannelijke badgasten; de bikini bleek waardeloos in de ruwe zee).
Vanuit Hoi An pakten we de nachttrein+bus naar Dalat. Wat de meeste toeristen hier doen is een Easy-Rider tour: bij een Vietnamees achterop een dikke motor een paar dagen rondrijden. Hier hadden wij geen oor naar en hebben zelf Easy-Ridertje gespeeld. Het begin van de tocht was een mild inkomertje, gehard door al het natuurschoon wat we al hadden gezien. Maar vanaf het moment dat we heerlijke Vietnamese koffie achter de kiezen hadden, omgeven door valeien koffieplantages, werd het toch echt een hele mooie tocht. Dit gebied is de op één-na grootste koffieleverancier ter wereld. De oprit van ieder huis is bedekt met drogende koffiebonen en in het geval van ruimtegebrek wordt dit uitgebreid tot de straat of zelfs een deel van de main-road. Door de knalgroene rijstvelden, de eerder genoemde koffieplantages en door Laos-achtige dorpjes (maar dan toch wat groter en geciviliseerder) kwamen we ‘s avonds uit in een grote stad waar extreem goedkoop eten en drinken te verkrijgen was. Voor €0,40 pp onbeperkt je eigen verse loempia’s rollen, voor €0,20 een vies spinazie-achtig drankje bij een straattentje en voor €0,30 ijskoffie (met een potje thee, die krijg je er gratis bij hier). Er waren hier nauwelijks toeristen wat voor leuke tafereeltjes zorgde. Bij een koffietentje op de hoek van een druk kruispunt onder wat gespannen zijlen, schoven we bij een tiental voetbalkijkende Vietnamezen aan die ons gezeldschap zeer vermakelijk vonden. We kregen meteen van een bezoeker 2 glaasjes sterke thee toegeschoven en toen we eenmaal ons eigen potje hadden, barstten ze elke keer in lachen uit als Floris zijn glaasjes weer bij vulde (waarom dat grappig was weten wij ook niet). Na deze 2 mooie dagen heeft Donna, terug in Dalat, haar haar laten knippen door een geen-woord-engels-sprekende kapper maar met succesvol resultaat.
Vannacht moeten we ons weer wagen aan... de slaapbus. Dit keer naar Ho Chi Minh City, tot 1975 Saigon, vanaf waar we meteen door zullen gaan naar de Mekong Delta om daarna vanaf Ho Chi Minh het vliegtuig te pakken naar Singapore (creditcard-afschrijving al binnen Fons?)
We hadden verwacht deze update al eerder te plaatsen, maar bij gebrek aan een enigszins normale machine was dit niet mogelijk dus komt er nog een kleine update bij.
De nacht in de slaapbus was kort en onstuimig, maar ach, de eindbestemming was de juiste: Ho Chi Minh City. Een wereldstad met hoge gebouwen, waar heel hip Vietnam lijkt samen te komen in korte rokjes en koffiebarretjes. Na een indrukwekkend bezoek aan het War Museum (vanaf de Vietnamese kant lijkt het nog veel erger dan ons op school is geleerd) hebben we wederom een motor gehuurd (dit maal een Honda’tje) en zijn we vier dagen lang de Mekong Delta ingetrokken. De rijskills werden tot het maximum getest, toen we gewapend met kompas (en zonder kaart) tussen 1000’en kriskras door elkaar scheurende motortjes deze miljoenenstad uit probeerden te komen. De Mekong Delta is totaal anders dan de rest van Vietnam. Men leeft hier vooral van de land- en tuinbouw, dus het landschap bestaat voornamelijk uit kokospalmbossen afgewisseld met bananenplantages, rijstvelden, plantages met onbekend fruit en meanderende waterwegen.
Tot slot de F.L.O.N.N.A.*
- Vietnamese koffie was op zijn zachtst gezegd even wennen: bij het eerste Vietnamese bakkie vroeg Floris zich af waar het water bleef om de dikke siroop te verdunnen. IJskoffie is een verstandig alternatief en preferenen we meestal boven de (toch ook wel smaakvolle) hete variant.
- Een schreeuwende Vietnamees is niet hetzelfde als een boze Vietnamees: ze hebben nu eenmaal een felle manier van communiceren.1
(1 Een kleine kanttekening: in de steden zijn sommigen inderdaad fel, maar als je je waagt op de onbegaane paden, dit kan ook binnen de steden, gaat er een wereld van vriendelijkheid en schattige Vietnameesjes voor je open)
- Zonnebloempitten zijn een populaire snack en worden vaak in grote hoeveelheden in combinatie met koffie genuttigd. Maar waar laat je de schilletjes? Ongeacht waar je je bevindt (terras, trein of binnen in een restaurant); de grond blijkt de beste optie.
- Rochelen doet men hier zo hard dat je je afvraagd wanneer de amandelen mee komen.
- Bier wordt gedronken uit een Whiskeyglas, gevuld met ijs.
- Populaire spelfouten in menukaarten:
Food Salat (Fruit Salad)
Fruit Share (shake) geen typfout want ze roepen ook ‘sir, you want fruit share?’.
Banana Pancare
Sandwick
Springroll no with (?)
Tot zover, tot snel!
* Fascinerende Lijst van Opsommingen voor Nieuwsgierige Nederlandse Achterblijvers
-
08 December 2012 - 11:14
Raaf:
Ghi ghi ghi...
Wat een avonturen zeg! -
08 December 2012 - 11:14
Femme:
Waaaaaauww!! Wat een verhaal weer, heb er van genoten haha! En die foto's, zoooooo mooi!! Die ene met jou op de motor ook, cooool! Heeeel veel plezier in Singapore maar weer! Xxxxx -
08 December 2012 - 11:20
Raven:
Hahaha, ik zie die dikke baard nu pas! Houden zo tot jullie terug zijn he!
-
08 December 2012 - 14:18
Erik:
Zo, dat was me het verhaal wel weer. Leuk!
Maak er aan het eind van de totale reis een boek van en je hebt je vakantiekosten zo weer terug!
Over dat bijschenken van de thee waar de bevolking zo om moest lachen. Ik denk dat ik de reden wel weet aangezien ik weet dat jij (Floris) altijd zo kunstig je thee inschenkt door het gekleurde water van hoog niveau mauwkeurig in je glas te laten kletteren.
Je hebt toch wel een onduidelijke foto van de waterbuffels he?
En de monkey business gefilmd met je je camera?
Veel plezier nog en tot over een klein anderhalve maand! -
08 December 2012 - 23:00
Ine En Kees:
Wat een avonturen zeg! En wat boeiend verteld! Het script voor een volgende film is in wording! Enne...opgeschreven door Flonna of toch iets meer door Flo dan door Nna?? Echt heel leuk om zoveel nieuws van jullie te lezen! Ook mooi om te zien,dat het totale "haargehalte"van jullie twee gelijk blijft! Het verhaal van het enge vrouwtje met haar opgesloten slachtoffer wordt t.z.t. een echte horrorfilm...
Wij wensen jullie nog veel plezier samen! -
11 December 2012 - 18:34
Fons & Marita:
Machtig verhaal (en goed te weten dat jullie het zijn die de creditcard gebruiken)
Hoop dat de foto's hoge resolutie hebben: prachtige posters!
Groetjes m&f
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley